Menu Sluiten

Statuten

Stichting Huurdersorganisatie Groene Hart

twaalf september tweeduizend negentien te Alphen aan den Rijn

Artikel 1 – Naam en zetel

1. De naam van de stichting is: Stichting Huurdersorganisatie Groene Hart.

2. De stichting is gevestigd in de gemeente Alphen aan den Rijn.

Artikel 2 – Doel.

1. De stichting heeft ten doel het – in het kader van de volkshuisvesting – behartigen van de belangen van:

a. bewonerscommissies als vertegenwoordigers van huurders van — complexen in beheer bij en/of eigendom van de te Gemeente Alphen aan den Rijn gevestigde stichting Woonforte, dan wel haar rechtsopvolger(s), hierna te noemen: verhuurder;

b. alle huurders en toekomstige huurders van woningen in beheer bij en/of eigendom van verhuurder, gelegen in het werkgebied van verhuurder.

2. De stichting tracht dit doel onder meer te bereiken door:

a. het behartigen van de belangen van de huurders van woningen in beheer bij en/of eigendom van verhuurder in het werkgebied, voor zover die het complex- of wijkniveau overstijgen;

b. het op gemeentelijk niveau behartigen en verwoorden van belangen van de huurdersorganisaties, bewonerscommissies en de huurders van woningen van verhuurder in het werkgebied op het gebied van wonen en woonomgeving in de ruimste zin van het woord; c. het adviseren van gemeenten en andere organen met betrekking tot herstructureringsplannen voor wat betreft woningen van verhuurder in het werkgebied;

d. het in gezamenlijk overleg met de bewonerscommissies ten behoeve van de huurders bevorderen van de leefbaarheid en het welzijn in de directe woonomgeving;

e. het participeren in het tot stand komen van gemeentelijk en regionaal volkshuisvestigingsbeleid en de uitvoering daarvan; 

f. het voeren van overleg met verhuurder over het door haar te voeren beleid; g. het geven van gevraagd en ongevraagd advies aan verhuurder over alle overige zaken, die de belangen van de huurders van verhuurder in het werkgebied betreffen; h. het bevorderen van een goede relatie tussen de huurders;

i. voorlichting aan de huurders over onderwerpen op het terrein van de stichting;

j. vergroting van de betrokkenheid van de huurders bij het woningbeheer en het beheer van de woonomgeving;

k. vertegenwoordiging van de huurders in lokale, regionale en  landelijke huurders- en woonconsumentenorganisaties; 

l. het ondersteunen en waar nodig oprichten van bewonerscommissies binnen het werkterrein van de stichting;

m. samenwerking met andere organisaties en instellingen op lokaal, – regionaal en eventueel landelijk niveau op het terrein van de volkshuisvesting;

n. het oprichten en ondersteunen van werkgroepen op het werkterrein van de stichting;

o. gebruik maken van de diensten van externe adviseurs voor de ondersteuning van bestuur en werkgroepen van de stichting;

en, in zijn algemeenheid, het verrichten van de taken die voor een huurdersorganisatie voortvloeien uit de Wet op het overleg huurders verhuurder (Wohv) en aanverwante regelgeving, waaronder de woningwet; het vorenstaande al dan niet in samenwerking met  verhuurder en/of derden en met inbegrip van het verrichten en bevorderen van alle handelingen die daarmee direct of indirect verband houden, alles in de meest ruime zin van het woord.

Artikel 3 – Vermogen.

Het tot verwezenlijking van het doel der stichting bestemde vermogen wordt gevormd door bijdragen van verhuurder en door giften en donaties, alsmede hetgeen verkregen wordt door erfstellingen of legaten, waarbij erfstellingen slechts kunnen worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving en alle andere wettige baten.

Artikel 4 – Samenstelling bestuur.

1. Het bestuur bestaat uit natuurlijke personen. Het bestuur stelt het aantal bestuurders vast. Daarbij draagt het bestuur er zorg voor dat deze bestuurders een afspiegeling zijn van alle huurders. Daarnaast draagt het bestuur zorg voor zoveel mogelijk voldoende diversiteit en een representatieve vertegenwoordiging binnen het bestuur.

Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter, secretaris en penningmeester.

2. De bestuurders worden benoemd door het bestuur. De benoeming geschiedt op (niet bindende) voordracht van de Adviesgroep bestuursvoordracht, welke Adviesgroep bestuursvoordracht bestaat uit een groep van huurders die alle huurders vertegenwoordigen. De samenstelling van de Adviesgroep (waaronder aantal en benoeming) en de wijze waarop de bestuursvoordracht dient te worden gedaan, worden vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement conform Artikel 11.

Het bestuur kan bij de benoeming (gemotiveerd) afwijken van de voordracht die door de Adviesgroep is gedaan.

3. Voordat het bestuur tot benoeming van een bestuurder overgaat, treedt het in overleg met de in lid 2 gemelde Adviesgroep teneinde deze in de gelegenheid te stellen een advies of (niet-bindende) voordracht uit te brengen.

4. Het bestuur stelt alle huurders zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis van een ontstane vacature. Indien niet binnen drie weken na de ontvangst van vorenbedoelde kennisgeving schriftelijk is gereageerd, kan het bestuur tot benoeming van een bestuurder overgaan zonder vooraf ingewonnen advies van of overdracht door de huurders.

5. Het besluit tot benoeming wordt genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen in een bestuursvergadering, waarin het voltallig bestuur aanwezig is of een bestuurslid in de gelegenheid wordt gesteld zich te laten te vertegenwoordigen door een ander bestuurslid.

6. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter en secretaris en een penningmeester aan. Zij vormen tezamen het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur is belast met de dagelijkse leiding van de stichting. Het bestuur kan, tot wederopzegging, taken en bevoegdheden delegeren aan het dagelijks bestuur.

7. Alle huurders kunnen worden benoemd tot lid van het bestuur.

8. Tot bestuurders kunnen niet worden voorgedragen/benoemd:

a. werknemers van verhuurder en hun gezinsleden;

b. personeelsleden van de stichting en hun gezinsleden;

c. gezinsleden van bestuurders.

9. Bestuurders worden benoemd voor een periode van drie jaar. De aftredende is herkiesbaar. Een bestuurslid kan in totaal ten hoogste twaalf jaar bestuurslid zijn. Bestuurders treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster; de in een tussentijdse vacature benoemde neemt op het rooster de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd.

10. Een bestuurder verliest zijn functie:

a. door zijn overlijden;

b. door zijn ondercuratelestelling of de onderbewindstelling van zijn – gehele vermogen;

c. door zijn vrijwillig aftreden;

d. door zijn ontslag door de rechtbank;

e. doordat hij niet langer huurder (of eventueel eigenaar-bewoner) is van een (voormalige) woning van verhuurder als bedoeld in lid 7; 

f. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd;

g. door zijn ontslag gegeven door alle gezamenlijke overige bestuursleden.

11. Het besluit tot ontslag van een bestuurder wordt met redenen omkleed en onverwijld schriftelijk medegedeeld aan de verhuurder.

12. Het besluit tot ontslag wordt niet genomen dan nadat de betreffende bestuurder tot wiens ontslag wordt besloten vooraf in de gelegenheid is gesteld om zich te verantwoorden bij het bestuur.

13. Het bestuur kan een bestuurder schorsen met inachtneming van het bepaalde in lid 10 sub g. De schorsing vervalt indien het bestuur niet — binnen zes weken na het besluit tot schorsing heeft besloten tot ontslag van de betreffende bestuurder.

Artikel 5 – Taken en bevoegdheden bestuur.

1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. Elke  bestuurder is tegenover de stichting gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak.

2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.

3. Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen en tot het sluiten van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt. Een besluit als bedoeld in dit lid wordt genomen door het volledige bestuur in een bestuursvergadering en wordt vastgelegd in de notulen

4. Bestuurders ontvangen geen bezoldiging; aan hen kan wel een door de stichting vast te stellen vrijwilligersvergoeding worden toegekend. De vrijwilligersvergoeding is tot het wettelijk maximum.

5. Het dagelijks bestuur heeft de goedkeuring nodig van het bestuur voor alle besluiten tot het uitvoeren van zaken en/of het aangaan van rechtshandelingen die niet zijn opgenomen in het jaarplan en/of de jaarbegroting. Het bestuur kan bij een daartoe strekkend besluit duidelijk te omschrijven andere dan hiervoor omschreven besluiten van het dagelijks bestuur aan haar goedkeuring onderwerpen. Een dergelijk besluit wordt onmiddellijk aan het dagelijks bestuur medegedeeld.

Artikel 6 – Vertegenwoordiging bestuur.

1. De stichting wordt vertegenwoordigd door:

a. het bestuur of door de leden van het dagelijks bestuur gezamenlijk;

b. twee gezamenlijk handelende leden van het bestuur.

2. Het bestuur kan besluiten tot de verlening van volmacht aan minimaal twee bestuurders, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

Artikel 7 – Werkwijze bestuur.

1. Bestuursvergaderingen worden jaarlijks vastgesteld.

2. De voorzitter alsmede ten minste twee van de overige bestuurleden gezamenlijk zijn gelijkelijk bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te roepen.

3. De bijeenroeping van de extra vergaderingen van het bestuur geschiedt door de in het voorgaande lid bedoelde personen, schriftelijk, met inachtneming van een termijn van ten minste veertien – dagen, in uitzonderlijke gevallen tenminste zeven dagen, de dag van  bijeenroeping en die van de vergadering niet meegerekend, onder opgave van de dag, het aanvangstijdstip en de plaats van de vergadering alsmede van de te behandelen onderwerpen (agenda). Op de agenda worden gebracht de onderwerpen die door één of meer bestuurders ten minste zeven dagen voor de dag van de vergadering – schriftelijk aan het bestuur zijn opgegeven.

4. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden in een door de verhuurder ter beschikking te stellen ruimte.

5. Jaarlijks worden ten minste vier bestuursvergaderingen gehouden.

6. Indien werd gehandeld in strijd met enige bepaling van de twee vorige leden kan het bestuur niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits ter vergadering alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.

7. Een bestuurder kan zich door een andere bestuurder ter vergadering schriftelijk doen vertegenwoordigen. Een bestuurder kan niet meer dan één medebestuurder ter vergadering vertegenwoordigen.

8. In de vergadering van het bestuur heeft iedere bestuurder één stem. Voor zover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden alle besluiten van het bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Artikel 8 – Leiding van de vergaderingen, notulen en besluitvorming buiten vergadering.

1. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur; bij zijn afwezigheid leidt de vicevoorzitter de vergadering; bij afwezigheid van de voorzitter en de vicevoorzitter voorziet de vergadering zelf in haar leiding.

2. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de vergaderingen worden gehouden.

3. Het door de voorzitter van de vergadering ter vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van een stemming is beslissend.

4. Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur worden notulen gehouden door de secretaris of een door de vergadering aangewezen persoon. De notulen worden vastgesteld in de eerstvolgende vergadering en door de voorzitter en de secretaris ondertekend. De vastgestelde notulen zijn openbaar, tenzij het onderwerpen betreft waarover het bestuur heeft besloten dat deze vertrouwelijk worden behandeld

5. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits alle bestuurders zich schriftelijk vóór het voorstel hebben verklaard en deze in de eerstvolgende notulen worden vastgelegd.

Artikel 9 – Boekjaar en verslaggeving.

1. Het boekjaar van de stichting is het kalenderjaar.

2. Het bestuur sluit per de laatste dag van het boekjaar de boeken van de stichting af en maakt daaruit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar, een balans en een staat van baten en lasten op over het verstreken boekjaar. Deze stukken worden door het bestuur in een vergadering, te houden binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, vastgesteld en ten blijke daarvan door alle bestuurders ondertekend. Ontbreekt de handtekening van één of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.

3. Het bestuur kan, alvorens tot de vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten over te gaan, deze stukken doen onderzoeken door een door registeraccountant of accountant – administratieconsulent. Deze deskundige brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur en legt, zo hij daartoe bevoegd is, daaromtrent een verklaring af.

4. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar stelt het bestuur tevens een jaarverslag op waaruit de belangrijkste gebeurtenissen en besluiten van het afgelopen boekjaar blijken. Het bepaalde in lid 2, tweede en derde zin, is op dit jaarverslag van overeenkomstige toepassing.

5. Uiterlijk op een oktober van ieder boekjaar stelt het bestuur de begroting van de baten en lasten van het daaropvolgende boekjaar op. De begroting en het jaarplan wordt door het bestuur vastgesteld in een bestuursvergadering te houden binnen twee maanden daaropvolgend, ten blijke waarvan deze stukken door het bestuur worden ondertekend.

6. De stichting is verplicht alle huurders als bedoeld in artikel 2 lid 1 in de gelegenheid te stellen daarnaast kennis te nemen van: 

a. haar statuten en reglement(en);

b. jaarverslag en jaarrekening; 

c. andere stukken die betrekking hebben op onderwerpen die voor hen van wezenlijk belang zijn.

Artikel 10 – Huurdersbijeenkomst.

1. Ten minste eenmaal per jaar wordt een huurdersbijeenkomst gehouden waarin het bestuur de huurders informeert over haar activiteiten in het verstreken jaar, haar plannen voor het eerstvolgende jaar meedeelt, en verder wanneer dit door het bestuur nodig wordt gevonden. De bijeenkomsten van de huurders worden georganiseerd door het bestuur.

2. De huurdersbijeenkomst staat open voor alle huurders.

Artikel 11 – Reglementen.

Het bestuur kan één of meer reglementen vaststellen waarin al hetgeen naar zijn oordeel regeling of nadere regeling behoeft, wordt opgenomen. Een reglement wordt schriftelijk vastgelegd. Het bestuur kan reglementen wijzigen en intrekken.

Artikel 12 – Statutenwijziging.  

1. Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen, met uitzondering van het bepaalde in artikel 14 lid 2, 14 lid 3 en 14 lid 4, en dit artikellid.

2. Het besluit van het bestuur tot statutenwijziging wordt genomen met een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste de helft van alle fungerende bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.

3. Bij de oproeping tot de vergadering, waarin een voorstel tot statutenwijziging zal worden gedaan, dient dit steeds te worden vermeld. Tevens dient een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, bij de oproeping te worden gevoegd. De termijn van de oproeping bedraagt in dit geval ten minste twee weken.

4. Een statutenwijziging treedt niet eerder in werking dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Bestuurders die bevoegd zijn tot vertegenwoordiging van de stichting zijn tevens bevoegd deze akte te doen verlijden.

5. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en een volledige doorlopende tekst van de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister.

Artikel 13 – Fusie, splitsing en omzetting.

Op een besluit van het bestuur tot fusie of splitsing in de zin van Titel 7 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek alsook op een besluit van het bestuur tot omzetting van de stichting in een andere rechtsvorm overeenkomstig artikel 18 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, is het bepaalde in de leden 1, 2, 3 en 4 van het vorige artikel zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing, zulks onverminderd de eisen van de wet.

Artikel 14 – Ontbinding en vereffening.

1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het besluit van het bestuur tot ontbinding is het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van artikel 12 zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

2. Een batig liquidatiesaldo zal worden uitgekeerd aan verhuurder.

3. De inventaris wordt overgedragen aan de verhuurder.

4. Het stichtingsarchief wordt overgedragen aan de verhuurder.

5. De vereffening geschiedt door de bestuurders, tenzij bij het besluit tot ontbinding één of meer andere vereffenaars zijn benoemd.

6. De vereffenaars dragen er zorg voor dat van de ontbinding inschrijving geschiedt in het handelsregister.

7. Blijkt aan de vereffenaars dat de schulden van de stichting de baten vermoedelijk zullen overtreffen dan doen zij aangifte tot faillietverklaring, tenzij alle bekende schuldeisers desgevraagd instemmen met voortzetting van de vereffening buiten faillissement.

8. Na de ontbinding blijft de stichting voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zo veel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de stichting uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden ‘in liquidatie’.

9. De stichting houdt op te bestaan op het tijdstip waarop geen aan haar dan wel aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn. De vereffenaars doen van het ophouden te bestaan van de stichting opgave aan het handelsregister.

10. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende de door de wet bepaalde termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon. Deze persoon is gehouden zijn aanwijzing ter inschrijving op te geven aan het handelsregister.

SLOTVERKLARINGEN.

Eerste boekjaar

Het eerste boekjaar van de stichting eindigt op eenendertig december tweeduizend negentien (31-12-2019). 

Adres

Het adres van de stichting is: Zuidpoolsingel 172 E, 2408 BR, Alphen aan den Rijn.